34. Into the wild

Om half negen worden we geholpen door een aardige dame van de firma Britz, ze legt ons alles uit over ons nieuwe huis. De camper is zo’n 7 m lang, bevat douche en toilet en heeft een Mercedes Benz jas. Het kan slechter. We krijgen allerlei video’s te zien en moeten zeven handtekeningen zetten. Moeten we een camping reserveren vragen we? Nee hoor, het is buiten het seizoen.
Dan gaan we op pad.

Eerst onwennig want links rijden en stuur rechts is een nieuwe uitdaging. Gelukkig is er navigatie die ons in het Nederlands (!) vertelt hoe we moeten rijden. Sydney uit en dan richting het westen, naar The Blue Mountains. Het gaat eigenlijk allemaal heel voorspoedig zeggen we in een gezellig koffietentje. In Katoomba parkeren we en doen we wat boodschappen bij Woolworth. Het is een leuk stadje en we lopen langs sfeervolle eettentjes en winkeltjes. Hier is ook een camping, dat lijkt ons wel wat. Navigatie ingesteld en 10 min later arriveren we op een prachtige camping, mooie plekken, elektriciteit, douches, er is wifi, de zon schijnt lekker en we zien ons wel zitten voor de camper met een lekker drankje. Kunnen we meteen alles inrichten en een foto maken en werken  aan onze blog. ‘Sorry guys, we are fully booked’. Ai dat is een tegenvaller. Hij heeft ook geen klein plekje beschikbaar voor een nachtje… Volgende camping is zo’n 40 km verder.

Hevig balend rijden we verder en zijn we boos op de dame van Britz, en boos op onszelf: hadden we toch maar gebeld. We rijden een hele mooie route naar camping numero 2 maar dan blijkt de toegangsweg gesloten te zijn. Camping 3 is weer 31 km verderop. Weer een mooie route maar we hebben er niet zo’n zin meer in, we zijn het zat.  Het is ook een gevaarlijke weg met smalle wegen en grote hoogteverschillen. We komen uit bij een enorme grot: Jenolan. Daar kunnen we met onze 3 meter hoge camper net door heen rijden. Wel spectaculair mooi. Daar vragen we aan een gids of we vlakbij een camping zijn, nee hoor zegt ie, de dichtstbijzijnde is omdraaien en dan 45 km verderop… en weg beent hij want hij moet nog een groep door de grot gidsen. Het zal toch niet waar zijn.
Even verderop staan drie gidsen wat te praten en daar lopen we op af. Of zij een camping weten voor een camper. “Sure” zeggen ze. Hier de hoek om en omhoog en na drie minuten heb je een  parkeerplaats en daar is ook een toilet en douche en daar kun je prima staan. We rijden erheen en er staat nog een auto en tent.  We parkeren de auto en installeren ons. Als het bed opgemaakt is doen we een drankje in de pub beneden. We komen onderweg kangoeroes en een wombat tegen. Alsof ze ons even willen begroeten. In de camper ziet het er compact en gezellig uit. Na zo’n dag slapen we vast wel goed.